In de periferie eindigen de axonen van nociceptoren in vrije zenuwuiteinden- de niet-gespecialiseerde zenuwuiteinden in de huid. Er kan een grove indeling worden gemaakt naar gelang het type axon. Aδ-mechanosensitieve en mechanothermische axonen zijn gemyeliniseerd en conductie vindt plaats met een snelheid van 2 m/s; de conductie van ongemyeliniseerde C-axonen bedraagt minder dan 2 m/s. De C-axonen maken deel uit van de groep polymodale nociceptoren.
Over het algemeen geldt: de transmissie van nociceptie verloopt traag, anders dan de transmissie van somatosensibele informatie.
Stimulatie van het receptief veld, waarbij overschrijding van de drempelwaarde Aδ-vezels activeert, roept een primaire, scherpe pijn op ("first pain"); wordt de intensiteit van de stimulus versterkt, dan worden de C-vezels actief, waardoor een langdurige, zeurende pijn ("second pain") wordt opgeroepen.
Discriminatieve component. Noxius.
Tractus dorsolaterlis Lissauer (anterolateralis- tractus spinothalamicus)
De sensibel-discriminatieve component (locus, intensiteit en kwaliteit van de onaangename ("noxius"= noci = pijnlijke, gevaarlijke) stimulans) volgt de tractus lateralis, te beginnen in de ganglia van de dorsale wortel. Onthoud: L1- L5 ontvangt vitale informatie over het onderlichaam, C3- C7 ontvangt vitale informatie over het bovenlichaam, exclusief het gezicht. De nociceptoren hebben met overige sensibele neuronen gemeen, dat zij axonen via de dorsale hoorn projecteren. Voordat de substantia grisea van de dorsale hoorn door de axonen wordt bereikt, worden de collateralen van axonen over de loop van twee segmenten in dalende en stijgende banen verspreid (Lissauer). Binnen de substantia grisea van de dorsale hoorn, wordt contact gemaakt met de laminae van Rexed.
De axonen van deze neuronen van de tweede orde kruisen over de middellijn en worden in opstijgende banen, anterolateraal aan contralaterale zijde, via de tractus spinothalamicus, richting de hersenstam en de nucleus ventralis posterolateralis thalami geprojecteerd.
Karakteristiek voor vitale sensibiliteit en pijn is dat een laesie resulteert in een verlies van juiste sensatie aan contralaterale zijde onder het niveau van de laesie; de zenuwbanen kruisen immers al in de medulla spinalis, anders dan bij mechanosensibiliteit. De zenuwbanen voor de gnostische sensibiliteit stijgen ipsilateraal op en een laesie resulteert dan ook in uitval van sensatie aan dezelfde zijde onder het niveau van de laesie.
Affectief-motivationele component. Nuclei parabrachiales. Formatio reticularis.
De axonen van lamina I van de dorsale hoorn, worden via de tractus anterolateralis geprojecteerd richting de medulla (caudaal); vervolgens worden zij geprojecteerd naar de reticulaire formatie. De nuclei parabrachiales zijn gesitueerd op de kruising van de pons met mesencephalon reticulaire formatie, in de nabijheid van de pedunculus cerebellaris superior. De neuronen in de nuclei parabrachiales projecteren hun axonen richting hypothalamus en amygdala. Ook wordt er geprojecteerd richting PAG, substantia grisea centralis, voor de controle van activiteit in aflopende richting.
Projecties van lamina V naar nuclei intralaminares thalami.
De tractus anterolateralis projecteert naar de nuclei thalami, mediaal gelegen ten opzichte van de nucleus ventralis posterior thalami en de nuclei intralaminares thalami. Vanaf deze nuclei worden signalen afgegeven aan de frontaalkwab, de insula en de cortex cingularis.
Door Mercedes Bouter. Rechtvaardigheid en wetenschap boven alles. Je kunt bij mij terecht voor alfa, bèta, in het bijzonder alles over het vak GENBA3B1 (functies van de hersenen & neuroscience, mijn favoriete subjecten), geschiedenis, kunst, maatschappij en recht!
Posts tonen met het label wetenschap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wetenschap. Alle posts tonen
vrijdag 21 oktober 2016
Nociceptie: tracti (discriminatief en affectief-motivationeel)
woensdag 27 juli 2016
Neurowetenschappen: functies en dysfuncties (psychische stoornissen) van het menselijk brein
Medio augustus ga ik neurowetenschappen volgen aan de faculteit geneeskunde (Department of Neuroscience).
De psychische stoornissen blijven boeiende dysfuncties van het menselijk brein. Neurowetenschappen besteden aandacht aan de uiting van de psychische stoornissen op sociaal-emotioneel gebied, maar minstens zo belangrijk binnen de studie, is het traceren van de "haarden" van het psychisch mankeren en het analyseren van de complexe circuits die aan geestelijke ziekten bijdragen.
Studie in de psychiatrie
Ik heb, tijdens mijn werk als student in de psychiatrie, patiënten van cognitieve en culturele diversiteit begeleid. De psychiatrisch patiënt krijgt een vrij algemeen te noemen diagnose, die wordt gesteld met behulp van de DSM (V). Is een classificatiehulpmiddel als de DSM wel adequaat? Op één afdeling, waar mensen geacht worden met elkaar samen te leven, is merkbaar hoe groot de verschillen van mens tot mens zijn. De "DSM-gediagnosticeerde" heeft weliswaar een uniek begeleidingsplan en een notitie op de schaal ("assen") binnen de classificatie, maar is de diagnose eenmaal gesteld, dan wordt er een indeling gemaakt op leeftijd of mate van dysfunctioneren.
Een greep uit de gedragingen van de patiënten in de groep die ik heb bestudeerd. Mevrouw P. was gediagnosticeerd met schizofrenie. Opvallend was, dat ieder moment van de dag nauwkeurig tot in detail werd genoteerd in speciaal daartoe bestemde logboeken. Gesprekken tussen andere personen werden uitgeschreven en de patiënt in kwestie betrok gedane uitspraken op zichzelf. Zij meende dat zij de gehele dag door afgeluisterd zou worden en dat er de gehele dag over haar gesproken werd. De hallucinaties van mevrouw P. bestonden uit onder meer visuele en auditieve wanen. Er werden verbanden gelegd, zelfs uitgetekend, tussen situaties die op geen enkele wijze logische onderlinge samenhang vertoonden. Projectie als symptoom van de ziekte schizofrenie, uitte zich erin dat patiënt over allerhande zaken klachten indiende. Krantenartikelen en ingezonden brieven uit magazines werden uitgeknipt, omdat er teksten in zouden staan die uitsluitend over de patiënt gingen. Patiënt sprak over zichzelf in de derde vorm; depersonalisatie en derealisatie als symptomen van de psychische stoornis zorgden ervoor dat het ego werd losgekoppeld en dat eigen ervaringen verweven werden met externe prikkels. Zo schreef zij haar eigen handelen, gedachten en symptomen toe aan een meer abstracte figuur en met name aan andere mensen. Warrige brieven met aanmanende teksten, ook tot in detail uitgewerkt, werden gedeponeerd bij mensen met wie zij geen persoonlijk contact onderhield.
Meneer S. en mevrouw S. hadden elkaar op de gesloten afdeling ontmoet, alwaar de basis werd gelegd voor een langdurige relatie. Mevrouw S. heeft het leven van meneer S. sterk beïnvloed. Meneer S. diende voor iedere eenvoudige beslissing toestemming te vragen van zijn vrouw. Zijn vrouw was panisch om geld uit te geven; over kleine uitgaven werd dagenlang geruzied. Geld was slechts één van de onderwerpen om een ruzie uit te lokken. Mevrouw S. kon na maanden nog terugkomen op een miniem, maar voor haar belangrijk "voorval". De ruzies verliepen volgens hetzelfde patroon. Mevrouw S. kwam met een beschuldiging aan het adres van haar partner. Meestal ging het over geld, maar minstens zo vaak werd nauwlettend in de gaten gehouden of meneer S. oog had voor andere vrouwen- was dat volgens haar zo, dan móest meneer S. wel een geheime verhouding hebben met een willekeurige andere vrouw.
Er werd veel gevloekt, gesloopt en met spullen gegooid. Vooral het smijten met spullen was typerend voor de meeste patiënten in de behandelgroep. Voor mevrouw S. was er altijd een aanleiding om een ruzie uit te lokken over vermeend "kapotgegooide" bezittingen. Er volgden zo nu en dan crises waardoor meneer S. naar een andere afdeling moest worden verplaatst. Draagt een relatie tussen twee mensen met psychiatrische problematiek, bij aan enige stabiliteit van de status (verbetering treedt niet op), of is er sprake van een constante overprikkeling van het brein in ongunstige zin, met degradatie in het functioneren tot gevolg?
Onderzoeksvragen
De verschillen in functioneren én dysfunctioneren van mens tot mens, werpen bij mij vragen op die ik wil onderzoeken. Psychische stoornissen zijn niet simpelweg het gevolg van een tekort aan neurotransmitters (zoals men in de volksmond ergerlijk genoeg opmerkt, clichés zijn nu eenmaal hardnekkig). Wat is de invloed van de overdracht die plaatsvindt tussen de synapsen en de samenstelling van de transmitterstof op het psychisch functioneren?
Wat is de exacte relatie tussen de activiteit van bepaalde circuits, met name de cortex en het limbisch systeem en dysfuncties als bipolariteit, schizofrenie en psychopathie? Op welke wijzen kan men op termijn verbetering aanbrengen in het lijden van de psychiatrisch patiënt?
Deze tekst is ook te vinden op rechtenadvies.blogspot.nl
De psychische stoornissen blijven boeiende dysfuncties van het menselijk brein. Neurowetenschappen besteden aandacht aan de uiting van de psychische stoornissen op sociaal-emotioneel gebied, maar minstens zo belangrijk binnen de studie, is het traceren van de "haarden" van het psychisch mankeren en het analyseren van de complexe circuits die aan geestelijke ziekten bijdragen.
Studie in de psychiatrie
Ik heb, tijdens mijn werk als student in de psychiatrie, patiënten van cognitieve en culturele diversiteit begeleid. De psychiatrisch patiënt krijgt een vrij algemeen te noemen diagnose, die wordt gesteld met behulp van de DSM (V). Is een classificatiehulpmiddel als de DSM wel adequaat? Op één afdeling, waar mensen geacht worden met elkaar samen te leven, is merkbaar hoe groot de verschillen van mens tot mens zijn. De "DSM-gediagnosticeerde" heeft weliswaar een uniek begeleidingsplan en een notitie op de schaal ("assen") binnen de classificatie, maar is de diagnose eenmaal gesteld, dan wordt er een indeling gemaakt op leeftijd of mate van dysfunctioneren.
Een greep uit de gedragingen van de patiënten in de groep die ik heb bestudeerd. Mevrouw P. was gediagnosticeerd met schizofrenie. Opvallend was, dat ieder moment van de dag nauwkeurig tot in detail werd genoteerd in speciaal daartoe bestemde logboeken. Gesprekken tussen andere personen werden uitgeschreven en de patiënt in kwestie betrok gedane uitspraken op zichzelf. Zij meende dat zij de gehele dag door afgeluisterd zou worden en dat er de gehele dag over haar gesproken werd. De hallucinaties van mevrouw P. bestonden uit onder meer visuele en auditieve wanen. Er werden verbanden gelegd, zelfs uitgetekend, tussen situaties die op geen enkele wijze logische onderlinge samenhang vertoonden. Projectie als symptoom van de ziekte schizofrenie, uitte zich erin dat patiënt over allerhande zaken klachten indiende. Krantenartikelen en ingezonden brieven uit magazines werden uitgeknipt, omdat er teksten in zouden staan die uitsluitend over de patiënt gingen. Patiënt sprak over zichzelf in de derde vorm; depersonalisatie en derealisatie als symptomen van de psychische stoornis zorgden ervoor dat het ego werd losgekoppeld en dat eigen ervaringen verweven werden met externe prikkels. Zo schreef zij haar eigen handelen, gedachten en symptomen toe aan een meer abstracte figuur en met name aan andere mensen. Warrige brieven met aanmanende teksten, ook tot in detail uitgewerkt, werden gedeponeerd bij mensen met wie zij geen persoonlijk contact onderhield.
Meneer S. en mevrouw S. hadden elkaar op de gesloten afdeling ontmoet, alwaar de basis werd gelegd voor een langdurige relatie. Mevrouw S. heeft het leven van meneer S. sterk beïnvloed. Meneer S. diende voor iedere eenvoudige beslissing toestemming te vragen van zijn vrouw. Zijn vrouw was panisch om geld uit te geven; over kleine uitgaven werd dagenlang geruzied. Geld was slechts één van de onderwerpen om een ruzie uit te lokken. Mevrouw S. kon na maanden nog terugkomen op een miniem, maar voor haar belangrijk "voorval". De ruzies verliepen volgens hetzelfde patroon. Mevrouw S. kwam met een beschuldiging aan het adres van haar partner. Meestal ging het over geld, maar minstens zo vaak werd nauwlettend in de gaten gehouden of meneer S. oog had voor andere vrouwen- was dat volgens haar zo, dan móest meneer S. wel een geheime verhouding hebben met een willekeurige andere vrouw.
Er werd veel gevloekt, gesloopt en met spullen gegooid. Vooral het smijten met spullen was typerend voor de meeste patiënten in de behandelgroep. Voor mevrouw S. was er altijd een aanleiding om een ruzie uit te lokken over vermeend "kapotgegooide" bezittingen. Er volgden zo nu en dan crises waardoor meneer S. naar een andere afdeling moest worden verplaatst. Draagt een relatie tussen twee mensen met psychiatrische problematiek, bij aan enige stabiliteit van de status (verbetering treedt niet op), of is er sprake van een constante overprikkeling van het brein in ongunstige zin, met degradatie in het functioneren tot gevolg?
Onderzoeksvragen
De verschillen in functioneren én dysfunctioneren van mens tot mens, werpen bij mij vragen op die ik wil onderzoeken. Psychische stoornissen zijn niet simpelweg het gevolg van een tekort aan neurotransmitters (zoals men in de volksmond ergerlijk genoeg opmerkt, clichés zijn nu eenmaal hardnekkig). Wat is de invloed van de overdracht die plaatsvindt tussen de synapsen en de samenstelling van de transmitterstof op het psychisch functioneren?
Wat is de exacte relatie tussen de activiteit van bepaalde circuits, met name de cortex en het limbisch systeem en dysfuncties als bipolariteit, schizofrenie en psychopathie? Op welke wijzen kan men op termijn verbetering aanbrengen in het lijden van de psychiatrisch patiënt?
Deze tekst is ook te vinden op rechtenadvies.blogspot.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)