donderdag 3 oktober 2013

Laster en opzettelijke inbreuk persoonlijke levenssfeer


Wetboek van Strafrecht


Artikel 262


1
Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2
Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken. 


Artikel 285b


1
Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2
Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan. 


Bedragen 2013

maandag 1 juli 2013

Persoonlijk commentaar op de sociobiologische benadering

Zoals gezegd, in het verleden had de biologische benadering van criminaliteit een omstreden status. De tijdgeest bepaalde wat wel en niet acceptabel was op het gebied van onderzoek- en het beschouwen van de mens als zijnde `crimineel van geest´. Na de Tweede Wereldoorlog was neurobiologisch onderzoek naar negatieve menselijke eigenschappen beladen. Het was politiek incorrect om het geloof in de vrije wil tegen te spreken en de mens bovendien te selecteren op `criminele´ eigenschappen.

In biologisch onderzoek spreekt men niet zozeer over `crimineel van geest´ zijnde personen. Het zijn altijd agressieve eigenschappen die leiden tot wat wij als crimineel gedrag kunnen typeren. Of een persoon als `slecht´ wordt omschreven, is afhankelijk van de heersende cultuur. Het gaat bij crimineel gedrag altijd om (buitensporige) agressie, tegen andere personen gericht, vaak herhaaldelijk van karakter.  Recidive  signaleert men vaker bij personen met een antisociale stoornis. De antisociale stoornis wordt beschouwd als de officiële diagnose van psychopathie.

Bepaald mate van het geloof in de `tabula rasa´, de mens die wordt geboren als een onbeschreven blad, was sinds de vroege Verlichting de tendens. Grote ophef ontstond zelfs toen beweerd werd dat homoseksualiteit geen resultaat is van de vrije wil. Met terreur werd gepoogd deze opvatting te bestrijden, want men zou er zelf voor kiezen om homoseksueel te worden. Een ware hetze door diverse prominente figuren in de media heeft het neurologisch onderzoek doen stagneren.

In de maatschappelijke context van de naoorlogse jaren valt het verwerpen van de sociobiologische benadering te verklaren, maar onbegrijpelijk blijft de weerstand tegen biologische argumenten. Natuurlijk is de mens geen resultaat van de eigen vrije wil!
Is dat wel het geval, wie zegt er dan: `Kom, laat ik eens gezellig psychopaat/ zedendelinquent/ pedofiel/ roofmoordenaar worden´?  Omgekeerd zou het wel erg gemakkelijk zijn: een psychopaat in wording die, met hulp van de vrije wil, toch afziet van zijn stoornis. Dan zou de wereld ook in één klap verlost kunnen zijn van hardnekkige problemen.

Voordelen
De sociobiologische benadering kent voordelen. Gaat men uit van de vrije wil, dan ontstaan er verkeerde aannames. Het negatieve gevolg bestaat dat gevaarlijke criminelen `slechts´ gestraft worden en vervolgens op straat belanden. Ook onbeperkt en irrealistisch geloof in het veranderen/ behandelen van een mens, betekent dat zedendelinquenten, psychopathische moordenaars en andere forensisch gedetineerden, de kans krijgen om terug te keren in de samenleving.

Voor de strafmaat is het van belang om te weten of (de aard van) een delict te wijten is aan een stoornis, of andere eigenschappen die in het brein besloten liggen. Het is zeker niet de bedoeling om de wetenschap aan te grijpen om een delinquent vrij te pleiten. Integendeel: het uitsluiten van verwijtbaarheid zou juist een middel moeten zijn om de forensisch gedetineerde langdurig/ permanent uit de maatschappij te houden. Als een delinquent immers niet in staat is om zijn gevaarlijke gedrag bij te sturen, dan kan de veiligheid van de maatschappij niet worden gegarandeerd.

Eigen mening over criminaliteit en straf(maatregelen)
Mijn mening over de psychopathische delinquent is wellicht niet politiek correct. Ik vind het zeer onwenselijk dat forensisch gedetineerden kans maken op terugkeer in de samenleving. Ik geloof absoluut niet in de maakbaarheid en het `omvormen´ van de mens. Er is niet zoiets als herstel mogelijk bij delinquenten met een ontwikkelingsstoornis, aangezien een dergelijke stoornis vaak levenslang gedragen wordt.
Ook ben ik niet van mening dat iedereen nog een kans verdient, des te minder een tweede of derde kans.

Ik hecht waarde aan begrippen als `verwijtbaarheid´, `aangeboren factoren´ en het opleggen van een `maatregel´. Evenwel vind ik dat vergelding in het strafrecht te allen tijde moet blijven bestaan. Waar de behandeling puur gericht is op de dader, moet ook recht gedaan worden aan het slachtoffer. Dat een crimineel wellicht biologisch gezien geen verantwoording kan nemen voor zijn daden, mag niet betekenen dat misdaden onbestraft blijven. Een gebrek aan verwijtbaarheid is dan ook zeker geen acceptabel argument om een dader te laten lopen.


http://www.youblisher.com/p/803933-Onderzoek-naar-t-brein-van-de-crimineel/

zondag 23 juni 2013

Het gewelddadige brein- neurologische achtergronden

Nader verklaard: welke rol spelen hersenprocessen in de neiging tot crimineel gedrag?



De werking van de hersengebieden met betrekking tot gevoelens en het geweten is een technisch verhaal.

Dit stuk blijft beperkt tot enkele belangrijke hersengebieden en de processen bij het ontwikkelen van geweten en de werking van straf.

Allereerst komen de omschrijving van de processen en de rol van de amygdala aan bod, daarna een conclusie om te benaderen wat het verband is tussen de beschreven processen en de neiging tot crimineel gedrag. Deze informatie is gebaseerd op onderzoeksresultaten anno 2008/ 2009.

De belangrijke processen met betrekking tot emotieregulering
  • De orbitofrontale cortex ligt achter de oogkassen. Dit hersengebied zou gevoelig zijn voor de werking van beloning en straf en het nemen van beslissingen;
  • De orbitofrontale cortex wekt lichamelijke reacties op bij een emotionele reactie. Het gebied is vooral van belang voor het afwegen van moreel juiste beslissingen. Of iets moreel juist is, kan het beste besloten worden als de orbitofrontale cortex zodanig werkt, dat de persoon ook qua gevoel overtuigd is;
  • De prefrontale cortex is actief bij besluitvorming en de beheersing van emotionele prikkels. Ook zorgt de prefrontale cortex voor transport van de neurotransmitter dopamine, een stof die bij beloning voor genot zorgt;
  • Neurotransmitters zijn stoffen die de signaaloverdracht tussen neuronen (zenuwcellen) regelen. 
Hormonen

Cortisol is een stresshormoon. Onder stressvolle omstandigheden wordt het signaal gegeven om cortisol aan te maken in de bijnieren.

Zoals al eerder genoemd is de prefrontale cortex betrokken bij het aanmaken van dopamine. Dopamine dient in dit geval voor om het beloningscircuit in de hersenen, omdat dopamine de beloning aan een prettig gevoel koppelt.

Serotonine zorgt voor de afremming van dopamine. Een onbalans in dit systeem zou voor verslaving kunnen zorgen. 

Rol van de amygdala en gewetensvorming
Wouter Buikhuisen stelt in zijn onderzoek `Criminologie, biologie en de amygdala´, de amygdala centraal.

Vooraleerst om de vorming van geweten uit te leggen. Om normen en waarden uit de cultuur aan te leren, is er belonings- en strafgevoeligheid nodig in de hersenen. De amygdala is van belang voor de mogelijkheid om vrees op te wekken. De amygdala functioneert vanuit een zeer basale gewoonte, namelijk om adequaat te reageren op (dreigend) gevaar.

Eerdergenoemde processen zijn belangrijk voor de emoties en het aanleren van het verband tussen ongewenst gedrag en straf. Het koppelen van emotie aan een waarneming door de amygdala houdt ook verband met beloning en straffen, want om aan te leren of iets ongewenst is, is herkenning van emotie bij de ander nodig. Vrees is uiteindelijk een belangrijke factor bij het internaliseren van de consequenties van ongewenst gedrag; de hormonen die vrijkomen bij vrees (voor straf), zorgen ervoor dat de herinnering aan het ongewenste gedrag blijft hangen.   


De verbinding van bepaalde hersengebieden met de eerdergenoemde prefrontale cortex, zorgen ervoor dat iemand vermogen heeft tot empathie, schaamte en berouw. Andere belangrijke functies zijn plannen, besluitvorming en impulsbeheersing. De lagere hartslag van recidivisten en het verminderde cortisolniveau zouden ook toe te schrijven zijn aan de amygdala, omdat de amygdala cortex aanzet tot het produceren van cortisol in stressvolle situaties.


Conclusies
Uit deze analyse kunnen meerdere conclusies getrokken worden:
  • Om geweten te ontwikkelen, moet het individu zich de normen en waarden van diens cultuur eigen maken;
  • Om te leren wat ongewenst gedrag is, moet een mens ook vrees kennen, in de zin van ´vrees voor straf´;
  • Alleen deze `cognitieve benadering´ van geweten is niet genoeg. Om ook echt aan te voelen of iets verkeerd is, moet een mens empathie, schaamte en vermogens tot berouw kennen;
  • Als de amygdala afwijkt, kan een persoon impulsiever zijn omdat hij geen angst kent;
  • Afwijkingen in bepaalde hersengebieden zorgen ervoor dat de impulsbeheersing slechter werkt, dat belonen en straffen geen zin heeft en dat iemand geen schaamte en berouw kent. 
 Curium-LUMC, Forensisch centrum Teylingereind: http://www.curium-lumc.nl/wetenschappelijk-onderzoek/