Perifere sensitisatie
In reactie op weefselbeschadiging worden bepaalde substanties vrijgelaten; zij vormen de zogenaamde "inflammatory soup" in de periferie. Het gaat onder meer om peptiden (bradykinine), lipiden (prostaglandine), 5-HT, ribonucleotiden (adenosinetrifosfaat, ATP) en NGF (nerve growth factor), die de terminals van de nociceptoren sensitiseren- d.w.z, de drempelwaarde verlagen, door interactie met receptoren, ionkanalen en nociceptieve vezels (vrije uitlopers).
De theorie is dat prostaglandinen binden aan G-proteïne-gekoppelde receptoren, om daarmee het gehalte van AMP binnen de nociceptoren te verhogen. Bekend is dat prostaglandinen de drempelwaarde voor het genereren van de actiepotentiaal kunnen verlagen via het proces van fosforylering.
Activatie van de nociceptor initieert afferente transmissie richting de dorsale hoorn; door efferente transmissie vindt exocytose van substance P, calcitonin-gene-related-peptide (CGRP, verantwoordelijk voor vasodilatatie) vanuit Na-kanalen plaats. De efferente exocytose van substance P stimuleert neutrofiele granulocyten om histaminen aan de stimuli toe te voegen. De "inflammatory soup" bewerkstelligt de migratie van leukocyten.