Wetboek van Strafrecht
Artikel 262
1
Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt,
wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als
schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of
geldboete van de vierde categorie.
Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°
en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.
Artikel 285b
1
Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander
te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen
wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten
hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten